24/08/2011
In een lerende kennisorganisatie, maar zeker ook in het transformatieproces daar naar toe, is een cruciale rol weggelegd voor leiderschap. Leiderschap is een vak. Door de leider groeien mensen. Ze worden competenter, autonomer en geïnspireerder. De leider geeft richting, bindt en boeit.
We spreken in dit verband dan ook liever over leiders dan managers. Leiders ontwikkelen visies, inspireren, sturen op gedrag en inhoud. Managers organiseren, regelen, runnen, plannen, roosteren en schrijven. Hoewel ook deze managementtaken gedaan moeten worden, ligt bij de transformatie naar een kennisorganisatie de nadruk op leiderschap.
Visie
De leider ontwikkelt en actualiseert, in comakershipverband, de visie van het team. Dit doet hij in voortdurende interactie met teamleden, lijnfunctionarissen en experts uit de eigen organisatie, maar ook met experts van externe instituten.
Overal waar het mogelijk is draagt de leider zijn visie uit in woord, gedrag en product. Hierdoor gaat de visie leven en weet niet alleen iedereen de gewenste richting, maar handelt daar ook naar.
Behalve het expliciteren van de visie, zorgt de leider er ook voor dat de visie wordt vertaald in werk. Jaarplannen en resultaatafspraken worden zodanig geformuleerd dat de visie uiteindelijk bereikt zal worden. Het is de taak van de leider ervoor te zorgen dat elke medewerker op de juiste manier wordt ingezet, weet wat zijn bijdrage aan de realisatie van de visie is, dat hij zich hiervoor eigenaar voelt en dat hij zich daarvoor gewaardeerd en erkend weet. Hij geeft de kenniswerker voldoende ruimte om zelf te bepalen hoe het resultaat bereikt gaat worden, maar neemt wel verantwoording hierover af. Zelf legt hij uiteraard ook verantwoording af.
Teamsamenstelling en begeleiding
Bij het uitzetten van werkzaamheden staat bij de leider het teambelang voorop. Bij de samenstelling van teams houdt hij rekening met de competenties en rollen van de teamleden (die vullen elkaar aan). Hij coacht de individuele leden om een constructieve rol in de comakershipsrelatie te spelen, houdt de groepsdynamica in de gaten en probeert deze positief te beïnvloeden. Hij stimuleert op alle mogelijke manieren het tot stand komen van een community of practice.
De ontwikkeling van kenniswerkers en teams worden door hem op verschillende manieren ondersteund. Hij draagt er zorg voor dat er feedbackloops (360 graden feedback, audits, evaluaties, tevredenheidsonderzoeken, klachten, eigen signalen) worden georganiseerd, hij houdt kenniswerkers een spiegel voor en maakt op grond van de resultaten ontwikkelingsafspraken en persoonlijke ontwikkelingsplannen. Hij brengt, omdat hij het overzicht heeft, mensen met elkaar in contact, gaat op zoek naar de kracht van de kenniswerkers en weet die te benutten en te verbeteren, hij voert functioneringsgesprekken, coacht de kenniswerkers door middel van competentiemanagement, stimuleert of organiseert werkbijeenkomsten waarin relevante ervaringen bij elkaar komen en organiseert intervisiebijeenkomsten.
Professionele cultuur
Bovenal echter is de leider het toonbeeld van de professionele cultuur (voorbeeldgedrag) en spreekt hij voortdurend de kenniswerkers aan op professioneel gedrag en hun verantwoordelijkheid daarbij.
De leider is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om te verbeteren. De Plan-do-check-actcyclus zit in zijn bloed. De kwaliteit van de opgeleverde producten en diensten garandeert hij. Waar deze kwaliteit onder de maat dreigt te zijn, grijpt hij in.